Indexatie


Let op: Deze pagina gaat over ons indexatiebeleid. Wilt u meer weten over het indexatiebesluit per 1 januari 2024? Kijk dan hier.


Besluiten om uw pensioen te verhogen

Het bestuur van het pensioenfonds besluit aan het eind van ieder jaar of het mogelijk is uw pensioen per 1 januari te indexeren en zo ja, hoeveel. Dat besluit hangt af van de beleidsdekkingsgraad per 31 oktober, de financiële positie van het fonds, de inflatie en de toekomstverwachtingen. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste 12 actuele dekkingsgraden. De actuele dekkingsgraad geeft de verhouding weer tussen het vermogen van het fonds en de verplichtingen.

Onze ambitie is om de prijsstijgingen (‘prijsinflatie’) te compenseren en daarmee uw pensioen waardevast te houden. We hanteren hierbij de prijsinflatie ('CPI afgeleid'), die is vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek, over de meetperiode 1 oktober tot en met 30 september. Als er sprake is van prijsdeflatie, worden de pensioenen niet verlaagd. Wel passen we de gemiste indexatie aan, die wordt dan minder.

Een verhoging van het pensioen moet volgens wettelijke regels toekomstbestendig worden berekend. Dat betekent dat de beleidsdekkingsgraad hoog genoeg moet zijn om de indexatie van dat jaar ook in toekomstige jaren te kunnen toekennen. In de praktijk komt het erop neer dat de beschikbare ruimte boven de 110% over vele jaren moet worden 'uitgesmeerd'. Is de beleidsdekkingsgraad hoger dan 110%, maar lager dan de grens voor toekomstbestendig indexeren (TBI-grens)? Dan is gedeeltelijke indexatie mogelijk. Als de beleidsdekkingsgraad hoger is dan de TBI-grens, dan is volledig indexatie mogelijk.

In 2022 is er een tijdelijke versoepeling van de wet, waardoor pensioenfondsen met een dekkingsgraad boven de 105% ruimere mogelijkheden hebben gekregen om te indexeren. Hiervoor gelden aanvullende voorwaarden. Deze versoepeling houdt bovendien geen rekening met de toekomstbestendigheid van de indexatie.


Wanneer wel en wanneer geen indexatie?

Het bestuur beslist ieder jaar of het mogelijk is om uw pensioen te indexeren. Daarbij gelden wettelijke regels. Maar zelfs als daaraan voldaan wordt, kan het bestuur besluiten toch niet of minder te indexeren dan toegestaan, bijvoorbeeld als de economische verwachtingen daar de reden voor geven.

*TBI staat voor Toekomstbestendig Indexeren. Voor het indexatiebesluit gebruiken we jaarlijks de TBI-grens van 31 oktober.
Beleidsdekkingsgraad Indexatie mogelijk?
Lager dan 110% Geen verhoging mogelijk: uw pensioen stijgt niet mee met de prijzen.
Tussen 110% en de TBI-grens* Gedeeltelijke verhoging mogelijk: uw pensioen kan gedeeltelijk meestijgen met de prijzen.
Boven de TBI-grens* Volledige verhoging mogelijk: we mogen uw pensioen volledig mee laten stijgen met de prijzen.

Toekomstbestendig indexeren

Om toekomstbestendig te indexeren moet er voldoende vermogen zijn. Dit betekent dat de beleidsdekkingsgraad hoog genoeg moet zijn om de indexatie van dat jaar ook in toekomstige jaren te kunnen toekennen. Alleen als de beleidsdekkingsgraad op het jaarlijkse meetmoment boven de grens voor toekomstbestendig indexeren (TBI-grens) ligt, mogen wij volledig indexeren. De TBI-grens berekenen wij volgens wettelijke regels. 

De hoogte van de TBI-grens is onder meer afhankelijk van de marktrente en de hoogte van de prijsinflatie. De TBI-grens per 31 maart 2024 bedroeg 135,5%.

Let op: voor een volledige indexatie per 1 januari is de TBI-grens van 31 oktober van het voorafgaande jaar belangrijk.

Lees hier meer over het indexatiebesluit per 1-1-2024



Verhogen van uw pensioen

We proberen ieder jaar uw pensioen te verhogen op basis van de stijging van de prijzen. Hier ziet u een overzicht van de inflatie en toegekende indexatie sinds 2021 van Pensioenfonds Rail & OV:

Jaar Indexatie% Inflatie% Gemiste indexatie
1-1-2024 0,00% -1,39% -1,39%
1-1-2023 13,53% 17,16% 3,63%
1-1-2022 1,02% 2,57% 1,55%
1-1-2021 0,00% 0,99% 0,99%


Repareren van gemiste indexatie

Als de financiële positie van het pensioenfonds erg goed is, kan het bestuur besluiten om in het verleden gemiste indexatie alsnog te repareren. De in het verleden gemiste indexatie wordt vanaf 2016 op individueel niveau bijgehouden. Voor die tijd was er geen indexatiemaatstaf (nu is dat dus: het compenseren van de prijsstijgingen in Nederland). Bij ons fonds zijn er afspraken gemaakt over hoe we omgaan met het repareren van achterstanden:

  • Het is vanaf 2016 wettelijk verplicht om achterstanden in indexatie op individueel niveau bij te houden. We houden daarom vanaf dat moment voor iedereen individueel bij hoeveel achterstand zijn of haar pensioen heeft opgelopen ten opzichte van de indexatiemaatstaf. We noemen dit extra indexatieruimte.
  • In Mijn Rail & OV ziet u bij uw actuele pensioen wat uw extra indexatieruimte is. Als de financiële positie van het pensioenfonds erg goed is, kan Rail & OV besluiten tot extra verhogingen van de pensioenen om de individuele achterstand vanaf 2016 in te halen.
  • Als de regels het toelaten, kan Rail & OV ook besluiten tot extra verhogingen van de pensioenen om achterstanden van vóór 2016 in te halen. Dat kan pas als alle individuele achterstanden vanaf 2016 zijn ingehaald.
  • Als het bestuur vindt dat de buffers van het pensioenfonds zo groot zijn dat het verantwoord is om opgelopen achterstanden in te lopen, zal het beschikbare bedrag evenredig worden verdeeld. Dat betekent dat iedereen dan een gelijk percentage van zijn of haar, op dat moment geldende, individueel opgelopen achterstand krijgt. Dit is dan een extra indexatie op het pensioen. Zo zorgen we ervoor dat iedereen in gelijke mate profiteert van de buffer.
  • Deze extra indexatie wordt alleen toegekend aan iedereen die op dat moment een pensioen heeft bij het pensioenfonds en een achterstand heeft opgelopen.
  • Die extra indexatie geldt vanaf het moment dat het wordt toegekend en niet met terugwerkende kracht vanaf het moment dat de achterstand is opgelopen. Er is geen nabetaling over het verleden.

> Bekijk hier de verhogingen van de afgelopen 10 jaar


Situaties waarin we de pensioenen verlagen

Als de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds te laag is, dan kan het bestuur besluiten om de pensioenen te verlagen. Ook hiervoor heeft de overheid regels opgesteld. Er zijn twee situaties waarin het verlagen van de pensioenen aan de orde komt:

  • Het fonds sluit vijf jaar achtereen af met een beleidsdekkingsgraad lager dan 104,2% en de actuele dekkingsgraad is aan het einde van het vijfde jaar ook lager dan 104,2%. Het pensioenfonds moet dan de pensioenen verlagen, zodanig dat de beleidsdekkingsgraad gelijk wordt aan 104,2%.
  • De dekkingsgraad is zo laag dat het niet meer haalbaar is om zonder extra maatregelen (het verlagen van de pensioenen) op tijd weer voldoende buffers te hebben.

Lees hier meer over het verlagen van de pensioen. Verlagen van de pensioenen is nu niet aan de orde.

Bekijk wat onze huidige beleidsdekkingsgraad is