Loonheffingskorting is korting op de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Als de loonheffingskorting is toegepast op een uitkering, betaalt u minder belasting en premies over die uitkering. Deze korting is afhankelijk van de hoogte van uw totale inkomen. Hoe hoger het inkomen, hoe lager de loonheffingskorting. Boven een inkomen van € 73.031 (2023) is er geen recht meer op loonheffingskorting.
Gaat u AOW en pensioen ontvangen? Bekijk onze infographic om te zien hoe het precies werkt met de belastingschijven en wat u het beste kunt doen met de loonheffingskorting.
De loonheffingskorting mag maar bij één uitkeringsinstantie worden toegepast. Anders krijgt u teveel korting en moet u dit later terugbetalen aan de Belastingdienst. De Belastingdienst adviseert om de loonheffingskorting te laten toepassen bij de instantie waarvan u het hoogste inkomen ontvangt. Laat de andere instanties dan wel weten dat zij geen loonheffingskorting moeten toepassen.
Dat doet u met dit formulier. U mag het formulier per post terugsturen of per mail (pensioen@railov.nl).
Ook als u maar één uitkeringsinstantie rekening laat houden met de loonheffingskorting, betaalt u soms toch te weinig belasting. Dat komt omdat ons belastingstelsel een oplopend tarief heeft. Daardoor betaalt u meer belasting als uw inkomen hoger is. Een uitkeringsinstantie houdt alleen belasting in over het bedrag dat zij zelf aan u uitkeert. Dit gebeurt volgens het tarief dat geldt voor dat bedrag. Ontvangt u van meerdere instanties tegelijk een uitkering (zoals pensioen en AOW)? Dan is het mogelijk dat uw totale jaarinkomen zo hoog is dat u volgens een hoger tarief belasting had moeten betalen. In dat geval moet u belasting bijbetalen.
Op de website van de Belastingdienst vindt u meer informatie over het toepassen van de loonheffingskorting als u pensioen en AOW ontvangt.