Rail & OV en sociale partners streven ernaar om per 1 januari 2025 over te gaan naar de nieuwe pensioenregeling. Dat is ook het moment dat het huidige pensioenvermogen wordt omgezet naar de nieuwe pensioenregeling en voor deelnemers duidelijk wordt wat de overgang naar de nieuwe pensioenregeling voor hen betekent. De stand van de actuele dekkingsgraad op het moment van overgang is van groot belang. Hoe gaat het omzetten in zijn werk en wat komt er allemaal bij kijken? We zetten het op een rij.
In de huidige pensioenregeling bestaat het pensioenvermogen uit twee delen:
Bij de start van de nieuwe pensioenregeling gaan we het bestaande pensioenvermogen omzetten naar de verschillende onderdelen. De mate waarin we het huidige pensioenvermogen kunnen aanwenden voor de verschillende onderdelen in de nieuwe pensioenregeling is met name afhankelijk van de hoogte van de actuele dekkingsgraad van het moment van overgang en de economische omstandigheden.
Persoonlijk pensioenvermogen. Iedere deelnemer krijgt zijn huidige pensioen mee, vermeerderd met een deel van de aanwezige resterende buffers. Bij de verdeling van de buffers wordt rekening gehouden met de volgende onderdelen:
De mate waarin we het huidige pensioenvermogen kunnen aanwenden voor de verschillende onderdelen in de nieuwe pensioenregeling is met name afhankelijk van de hoogte van de actuele dekkingsgraad van het moment van overgang en de economische omstandigheden.
We hebben afgesproken dat het omzetten van het pensioenvermogen op een evenwichtige wijze moet plaatsvinden voor alle leeftijdsgroepen. Daar toetst ons verantwoordingsorgaan op en ook De Nederlandsche Bank. De stand van de actuele dekkingsgraad op het moment van de overgang en de economische omstandigheden zijn van groot belang. Pas op dat moment wordt duidelijk hoe groot het pensioenvermogen is dat kan worden overgezet.
Omdat de hoogte van actuele dekkingsgraad nu nog niet bekend is, hebben de sociale partners en pensioenfonds Rail & OV gezamenlijk gekeken naar scenario’s en uitgangspunten vastgesteld. De drie basisscenario’s zijn weergegeven in de tabel hieronder.
Huidige dekkingsgraad (eind okt 2023: 132,9%) | Bij de huidige dekkingsgraad kunnen we voldoen aan de gewenste doelstellingen om minimaal de huidige pensioenaanspraken en uitkeringen over te zetten. Daarnaast volgt een verdeling van de buffer conform de standaardmethode. Wij houden ook rekening met compensatie doorsneepremie en inhaalindexatie. |
---|---|
Zeer lage dekkingsgraad (onder circa 105%) | Mocht de dekkingsgraad in aanloop naar het moment van overgang (1 januari 2025) sterk dalen en onder de grens van circa 105% dreigen te komen, dan stellen we de overgang naar de nieuwe pensioenregeling in principe uit naar een later moment. Zo voorkomen we dat bij de start van de nieuwe pensioenregeling de persoonlijke pensioenvermogens niet volledig gevuld kunnen worden. Ligt de dekkingsgraad tussen 105% en 110%, dan bespreken we dit en maken een nieuwe afweging. 1 januari 2028 is wettelijk het laatste moment voor overgang naar de nieuwe pensioenregeling. |
Zeer hoge dekkingsgraad (ruim boven 140%) | Bij een zeer hoge dekkingsgraad kunnen we alle onderdelen optimaal vullen. |
Voor de overgang naar de nieuwe pensioenregeling zijn de hoogte van de actuele dekkingsgraad en de economische omstandigheden van dat moment dus van groot belang. Het is mogelijk dat er op dat moment ontwikkelingen zijn die leiden tot nieuwe en andere scenario’s. We verwachten in het najaar van 2024 een definitief besluit te nemen of de overgang naar de nieuwe pensioenregeling per 1 januari 2025 door kan gaan.