Wij wijzen u op de volgende aandachtspunten als u met pensioen gaat.
Nadat uw pensioen is ingegaan, kunt u uw keuzes niet meer veranderen. Kijk daarom goed naar de keuzes die u kunt maken en wat de gevolgen daarvan zijn. Uw pensioendatum bepaalt u zelf. Maar hoe eerder u stopt met werken, hoe lager uw pensioen wordt. Let op: als u meer dan tien jaar voor uw AOW met pensioen wilt, gelden er beperkingen. Kijk op Mijn Rail & OV wat uw actuele pensioen is en maak berekeningen met de pensioenplanner. Neem contact met ons op als u daar hulp bij nodig heeft.
Ontvangt u nu een toeslag (bijvoorbeeld huurtoeslag of zorgtoeslag)? Mogelijk heeft het in laten gaan van uw pensioen invloed op uw toeslagen. Geef daarom veranderingen in uw inkomen zo snel mogelijk door aan de Belastingdienst.
Wilt u uw pensioen aanvragen? Vraag dan eerst na bij het UWV of dit invloed heeft op uw arbeidsongeschiktheids- of WW-uitkering.
Heeft u uw pensioenleeftijd bereikt en is uw pensioen lager dan de wettelijke afkoopgrens? Dan krijgt u van ons een brief om uw pensioen af te kopen.
Neem contact op met SD Worx / Service Center P&O voor vragen over vervoersfaciliteiten. Zij zijn bereikbaar op telefoonnummer: 088 672 2722. U heeft een pensioennummer nodig. Dit is uw klantnummer bij Rail & OV. U vindt dit nummer op onze brieven of bij Mijn gegevens in Mijn Rail & OV.
Als gepensioneerde betaalt u loonheffing over uw inkomen. Als u vóór uw AOW-leeftijd stopt met werken, draagt u geen premie meer af voor de WW en de WIA. Over het eerste deel van uw inkomen betaalt u dan een deel loonheffing en een deel AOW-premie. Ná uw AOW-leeftijd vervalt de AOW-premie. Verder houdt Pensioenfonds Rail & Openbaar Vervoer de inkomensafhankelijke premie voor de zorgverzekering op uw pensioen in. Van de Belastingdienst ontvangt u heffingskortingen. De hoogte daarvan kan voor en na uw AOW-leeftijd verschillen. Ontvangt u meerdere inkomens, bijvoorbeeld pensioen en AOW? Dan is het mogelijk dat u een naheffing van de Belastingdienst ontvangt.
Het is mogelijk om de kans op een naheffing te verkleinen. U heeft de volgende mogelijkheden:
1. Vraag bij de Belastingdienst een voorlopige aanslag aan. Deze kunt u in termijnen betalen.
2. Laat de loonheffingskorting toepassen bij de werkgever/uitkeringsinstantie waarvan u het minst uitgekeerd krijgt.
3. Laat nergens loonheffingskorting toepassen en doe na afloop van het kalenderjaar aangifte inkomstenbelasting. U heeft dan mogelijk recht op een teruggave.
Hier leest u meer over loonheffingskorting of bekijk onze video.
Er is veel te regelen. Gebruikt u ook de handige checklist van de Rijksoverheid.